‘Veranderingen zijn er altijd, maar juist in een veranderende wereld zijn verzekeraars naar mijn mening een stabiele factor. In de zakelijke wereld kan men op ons blijven vertrouwen,’ aldus Nina van Ommeren, Senior Underwriter Financial Lines - Benelux & Nordics bij Tokio Marine HCC (TMHCC).
Zij vervolgt: ‘Kijk naar de situatie in de Oekraïne. We vertrouwden altijd op een sanctieclausule, echter door de oorlog tussen Rusland en de Oekraïne heeft de potentiële noodzaak om hier in de praktijk een beroep op te moeten doen dichter bij huis gebracht. In de branche dachten we na over de consequenties voor de bedrijven die in die regio zijn gevestigd, hoe zij erop zouden reageren en wat de gevolgen voor de polis zijn. Het verschilt per klant hoe daar op wordt gereageerd, dit is afhankelijk van diverse factoren zoals jurisdictie, industrie en de betrokken stakeholders. Ik denk dat de verzekeringsbranche snel kan reageren op veranderingen. We reageren niet impulsief, maar we overleggen met klanten over hun positie en nemen op basis hiervan geïnformeerde beslissingen met het oog op de lange termijn. Dat geeft vertrouwen. Deze aanpak wordt ondersteund doordat veel van onze klanten ons al tientallen jaren hun risico’s toevertrouwen.’
Lange termijn
Stabiel wil niet zeggen dat alles hetzelfde blijft. Verzekeren is een zaak van de lange termijn. Nina van Ommeren: ‘Toen ik zo’n vijftien jaar geleden in de verzekeringswereld startte, hoorde ik overal om mij heen dat wij innovatief moesten zijn. Dat zijn we ook en we gaan mee in de ontwikkelingen, maar het gaat geleidelijk. Neem cyber bijvoorbeeld, dat heeft zich de afgelopen jaren ontwikkeld tot een meer volwassen tak in de markt waar zowat alle makelaars en verzekeraars eigen afdelingen voor hebben opgezet, specialisten hebben opgeleid en mensen uit andere branches hebben aangetrokken die niet een verzekeringsachtergrond hebben, maar wel specifieke kennis hebben om dit soort risico’s te kunnen beoordelen.’
Blik op de toekomst
Op de vraag hoe TMHCC naar de toekomst kijkt, antwoordt Nina van Ommeren: ‘Ons kantoor is gevestigd in Barcelona. We zijn hier bijna vijfentwintig jaar geleden gestart en inmiddels werken hier 176 collega’s waarvan zo’n 70 underwriters. De gemiddelde leeftijd is 38 jaar. Dat is relatief jong en dat geeft een bijzondere dynamiek. Er zijn hier altijd zo’n tien stagiairs die net van de universiteit komen of nog studeren. Zij hebben een ander perspectief op zaken zoals ESG of duurzaamheid, om maar iets te noemen. Voor de “vijftigers” worden die onderwerpen wellicht een beetje gezien als probleem of uitdaging. Voor jongeren zijn dit vanzelfsprekende zaken, zij zien ze als een kans waarin ze zich wellicht in willen specialiseren. Zij kiezen ook niet meer per se voor de werkgever die hen het hoogste salaris biedt, maar voor een bedrijf dat een gedegen ESG-strategie heeft, dat financieel gezond is en dat flexibele arbeidsvoorwaarden biedt. Voor de generaties daarna worden deze onderwerpen alleen maar belangrijker. Een werkgever is er ook niet meer voor het leven, een sabbatical nemen is niet vreemd. De blik op de wereld is anders. De jongere generatie heeft bijvoorbeeld ook meer aandacht voor de balans tussen werk en privéleven en welzijn. Ook in een professionele omgeving. Het is belangrijk om jongeren erbij te betrekken en naar hen te luisteren. Zij zijn immers de toekomst en gaan het later van ons overnemen.’
Sessie NARIM Congres
TMHCC organiseert tijdens het NARIM Congres samen met Marsh een subsessie. Die staat, niet verrassend, in het teken van Generation Z. Nina van Ommeren: ‘We gaan voornamelijk onze praktijkervaringen delen: hoe gaan we om met deze generatie, waar hebben ze behoefte aan, wat kunnen we ze bieden, waarnaar zijn ze op zoek, wat is hun visie op de besluiten die worden genomen. Bij TMHCC gebeurt dat al, onze cultuur is heel open. Ik vraag mijn jongere collega’s regelmatig hoe zij tegen bepaalde risico’s aankijken, daar kunnen we allebei van leren. Ik vind het een goede zaak dat we deze sessie samen met Marsh doen. Zo doen we ook weer nieuwe contacten op en dat is toch ook een van de doelen van het NARIM Congres.’